Uitkijken met de WLZ-regeling
Tegenwoordig neemt bijna iedereen een WLZ clausule op in zijn of haar testament. Deze clausule voorkomt dat u uw eigen vermogen (spaargeld en woning) moet gaan opeten als u in de zorg terecht komt.
Een mooie clausule lijkt het, maar als groot nadeel heeft deze clausule dat de clausules in het testament waarmee we erfbelasting gaan besparen (soms tienduizenden euro’s) niet meer gelden en er alsnog (te) veel erfbelasting moet worden betaald.
Wat is er aan de hand?
Wanneer de eerste ouder overlijdt wordt tegenwoordig de rente of ventielclausule opgenomen. Met deze clausule laten we een rente lopen op de erfdelen van de kinderen. Wanneer de eerste ouder is overleden gaat deze rente “lopen”, waardoor de erfdelen van de kinderen iedere dag groter en groter worden.
Wanneer nu de laatste ouder overlijdt zegt de WLZ clausule dat de erfdelen van de kinderen opeisbaar worden en moeten worden uitbetaald. Door het uitbetalen van deze erfdelen stopt de rente ook met “lopen” en wordt er verder geen belasting meer bespaard.
De oplossing: een (goed) testament met een WLZ clausule die de belastingbesparing- clausule aanvult in plaats van tegenwerkt.