De nieuwe huwelijkswet (01-01-2018) en samenwoners

Sinds 1 januari 2018 hebben we in Nederland een nieuw huwelijksvermogensregime. De beperkte wettelijke gemeenschap van goederen. Dit nieuwe systeem bepaalt dat alle goederen die een persoon had vóór het huwelijk privé blijven tijdens het huwelijk. Ook erfenissen en schenkingen die tijdens het huwelijk worden verkregen blijven privé bezit.

Naast de problemen voor ondernemers, het vastleggen en het administreren van het vermogen, de overlijdensrisicoverzekeringen en diverse andere kwesties, geldt er voor samenwoners, die gaan trouwen nóg een ander probleem, namelijk: ”het vijfde vermogen”.

Het nieuwe huwelijksvermogensrecht geeft ons namelijk diverse soorten vermogen.

  1. Het voorhuwelijksvermogen van partner A
  2. Het voorhuwelijksvermogen van partner B
  3. Het gemeenschappelijk vermogen van vóór het huwelijk
  4. Het gemeenschappelijk vermogen dat ná het huwelijk wordt vergaard
  5. Het vermogen, voortkomende uit samenwonen

Dit zogenoemde “vijfde vermogen” is afkomstig uit een eerdere overeenkomst. In dit geval de samenlevingsovereenkomst. Het probleem met dit vermogen is dat het nieuwe huwelijksstelsel er vanuit gaat dat dit te allen tijde volledig gezamenlijk bezit is. Wanneer er een verschil in inbreng is of wanneer de eigendom anders dan 50%-50% verdeeld is dan gaat het nieuwe stelsel toch uit van een 50-50 toedeling.

Voorbeeld:

Dirk en Debbie kopen samen een woning voor € 400.000. Ze nemen een hypotheek van € 100.000. Dirk legt aan eigen middelen € 300.000 in en Debbie niets. Wanneer Dirk en Debbie trouwen wordt de woning 50%-50% het huwelijk in gezogen. Nu maakt dit weinig uit, want ze hadden 50-50 aangekocht. Nee het gaat hier om de meer inbreng van Dirk (€ 300.000). Als ze ooit uit elkaar gaan is Debbie € 150.000 schuldig aan Dirk (op deze manier is het vermogen van Dirk € 300.000). Het nieuw huwelijksvermogensrecht zegt nu dat de eigendom van € 150.000 van Dirk privé blijft, maar de schuld van Debbie (€ 150.000) valt in de beperkte gemeenschap van goederen, waardoor Dirk slechts een privévermogen heeft van € 150.000 in plaats van € 300.000.

Door het verschil in classificering van bezit en schuld kan dit “vijfde vermogen” grote gevolgen hebben en leiden tot de nodige (ongewenste) effecten.

De oplossing:

Bovenstaand probleem kan slechts worden opgelost door het maken van huwelijksvoorwaarden, hetgeen gezien de problemen rond de administratie, de overlijdensrisicoverzekering en de regeling rondom ondernemers, sowieso al te adviseren was.