Het verblijvensbeding maakt meer kapot dan je lief is (deel I)

Voor samenwonend Nederland is het de allerbelangrijkste reden voor het opmaken van een samenlevingsovereenkomst: het verblijvensbeding. Maar wat is dit voor een beding en wat doet het?

Een verblijvensbeding is een clausule die wordt opgenomen in een samenlevingsovereenkomst (of een leveringsakte) en waarmee wordt voorkomen dat de gezamenlijke goederen (woning, en/of rekening en inboedel) naar de erfgenamen gaan. Volgens de wet zijn samenwoners namelijk niet elkaars erfgenamen. Het verblijvensbeding regelt dat de partner bij het overlijden in ieder geval wel de gezamenlijke bezittingen krijgt.

Omdat voor de meeste beginnende samenwoners geldt dat er niet veel vermogen (buiten de koopwoning) zal zijn en juist de koopwoning naar de partner zal moeten gaan bij een overlijden, wordt meestal een samenlevingsovereenkomst aangegaan zonder dat daarnaast ook een testament wordt opgemaakt. En indien er tegelijkertijd of later een testament wordt opgemaakt dan zijn deze vaak niet op elkaar afgestemd, waardoor er erfrechtelijke problemen kunnen ontstaan.

Even een voorbeeld:

Cees en Claire wonen samen en hebben een samenlevingsovereenkomst gemaakt. Ze hebben een gezamenlijke koopwoning (€ 400.000), een gezamenlijke spaarrekening (€ 100.000). Privé heeft Cees € 2.000 spaargeld en een oude Opel van € 1.000. Claire heeft privé € 10.000). Enkele jaren later krijgt het stel 2 kinderen (Cindy en Claudia).

Wanneer Cees overlijdt zien we wat de schade is:

De erfenis die Cees achterlaat is € 200.000 (helft waarde woning) plus € 50.000 (helft en/of rekening), plus € 2.000 (spaargeld) en € 1.000 (Opel). Door het verblijvensbeding is nu € 250.000 voor Claire en is € 3.000 voor de twee kinderen.

Omdat er geen testament is hebben de kinderen recht op hun legitieme portie (de helft van hun wettelijk kindsdeel), zijnde € 63.250 per persoon. Dit moet worden uitbetaald door Claire én hierover moet erfbelasting worden betaald. SCHADE: € 126.500

Als Cees een testament had gehad, was het anders geweest:

De erfenis die Cees achterlaat is € 200.000 (helft waarde woning) plus € 50.000 (helft en/of rekening), plus € 2.000 (spaargeld) en € 1.000 (Opel). Door het verblijvensbeding is nu € 250.000 voor Claire en is € 3.000 voor de twee kinderen en Claire, ieder 1/3e.

Ook nu worden de kinderen onderbedeeld en doen zij een beroep op hun legitieme portie. Omdat er nu wel een testament is kunnen de kinderen hun legitieme portie niet uitbetaald krijgen.). We moet er hierover door Claire erfbelasting worden betaald. SCHADE: € 8.393

Een testament lijkt een heleboel op te lossen hier, maar toch ligt het probleem van het verblijvensbeding dieper.

Wanneer Claire nu overlijdt zien we dat zij al het vermogen heeft en dat dit ineen keer vererft aan de twee kinderen. Dus de volledige € 513.000 vererft onder aftrek van de legitieme porties (€ 126.500). Effectief hebben we het hier over een erfenis van € 386.500. Beide dochters erven nu € 193.250. Zij betalen hierover € 43.036. In totaal wordt er dus € 51.429 aan erfbelasting betaald.

Wanneer zij nu het testament zouden hebben laten aansluiten op de samenlevingsovereenkomst dan zou er een verdeling zijn geweest van het vermogen over twee overlijdens, hetgeen veel erfbelasting zou hebben bespaard.

Door deze regeling zouden allen evenveel krijgen bij het overlijden van Cees en zou er door een opvullegaat in het testament geen erfbelasting verschuldigd zijn geweest. Bij het overlijden van Claire zou haar erfenis niet € 386.500 zijn geweest, maar slechts € 260.000. waardoor er slechts € 21.734 betaald zou worden.

Het fiscale probleem door het verblijvensbeding is duidelijk. (€ 51.429 – € 21.734 = € 29.695).

Kortom, het is verstandig om een samenlevingsovereenkomst te laten opmaken, met daarin een verblijvensbeding, maar wanneer er kinderen zijn dient dit om fiscale redenen te worden herzien